De geschiedenis van Huis te Werve gaat terug tot ca. 1280: Herbaren van Foreest (1241-1287) was heer van Te Werve. De oudst bekende bewoner was ene Didderic van den Werve (1285-1296). In 1448 kocht Jan Ruychrok, tresorier van Jacoba van Beieren, het huis van Herbaren van de Werve, breidde de grond uit van 14 morgen tot 160 morgen en bouwde de donjon om van verdedigingswerk tot woonkasteel. In 1593 erfde Jacob Stalpart van der Wielen het goed, waarna het overging naar de familie Wuytiers en later naar de familie Cromhout. In de 17e en 18e eeuw diende Huis te Werve als toevluchtsoord voor katholieken, omdat het hen in die tijd verboden was hun geloof in het openbaar te belijden. In 1771 werd Huis te Werve bewoond door Jacob Hendrik Baron van Wassenaer van Alkemade. In de 18e eeuw raakte het in verval en werden delen afgebroken en een gedeelte van de gracht gedempt.
In het midden van het park staat een oude duiventoren, daterend uit de 15e eeuw, mogelijk uit 1448, maar in 1590 verbouwd in Renaissance-stijl. Het recht om duiven te houden was voorbehouden aan de adel en de geestelijkheid. De duiventoren en enkele stukken van de muren zijn de enige elementen die nog uit de middeleeuwen dateren. Het park, versterkte huis en duiventoren vormen een rijksmonument.
In 1824 werd het huis door jonkheer Gevers, heer van Kethel en Spaland omgebouwd tot een herenhuis. In 1891 werd het huis door zijn familie geveild. De directeur van "De Porceleyne Fles" in Delft kocht het huis en een groot deel van het park en voorkwam dat het werd gesloopt.
Fiets
Gebruiker ADMINGUIDE