Vanaf 1800 werden de onafzienbare heidevelden geleidelijk ontgonnen tot cultuurland en bos. Van 1900 tot 1940 verhevigde de ontginningsintensiteit. In het kader van de werkverschaffing werden de vennen en overige lage delen dichtgegooid met zand van hoge koppen Door het verbreden en verdiepen van het beekje de Bijloop werd het gebied ontwaterd. Toen Brabants landschap het landgoed in 1970 kon verwerven, was nog maar circa 100 ha woeste grond over. Door geleidelijk aan landbouwgronden uit de pacht te nemen, konden wij vanaf 1995 verscheidene verdwenen vennen opnieuw uitgraven, zoals de Lokker, de Flesch en de Bak. Vele zeldzame planten keerden weer uit de ondergrondse zaadbank: blauwe knoop, teer guichelheil, moerashertshooi en pilvaren zijn slechts enkele voorbeelden. Met name de Lokker is een waar vogelparadijs met onder andere waterral, roodborsttapuit en kleine plevier.
Fiets
Gebruiker