Op de 199 hectaren tellende Oude Buisse Heide stonden verpachte boerderijen, een boswachterswoning en een hoeve, maar Henriëttes moeder besloot er ook een villaatje voor Rik en Jet te laten neerzetten. Dat werd de Angora Hoeve, kortweg 'de Hoeve', een wit landhuisje onder een rieten kap, dat door Rik was ontworpen en in het voorjaar van 1900 werd ingewijd. Ze gingen er elke zomer heen, vaak met vrienden. Onder de gasten van het eerste uur waren de dichter Herman Gorter en zijn vrouw. De Gorters kwamen er tot 1910 vrijwel elke zomer en Henriëtte beschreef die vakanties als puur geluk tussen de zomerse heerlijkheid van bos en hei, het hanengekraai en geloei van de beesten op de boerderij. 'De dagen gingen voorbij met veel wandelen, fietsen en zwemmen, luieren in het bosch of op de veranda van het kleine, iets boven den weg liggende landhuisje, dat van den zuidkant uitziet op een weitje, afgesloten door een rij oude, knoestige wilgen. Een plek zoo lieflijk, vredig en idyllisch bekoorlijk, dat etk mensch, die daar komt, door haar stilte, blije harmonie getrofen wordt.' Wie er nu gaat kijken, kan met eigen ogen zien wat de dichteres toen beschreef: alles ligt er nog precles zo bij. Zo ook de sfeer in de 'heerkamer' van het gastenverblijf in de Buisse Hoeve hangt, waar Henriëtte en Rik tijdens de zomervakanties de avonden doorbrachten samen met hun vrienden. Ze zaten dan om een ronde tafel in het licht van de olielamp te lezen en te praten. Henriëtte was verzot op het landgoed, dat haar heeft geinspireerd tot vele natuurgedichten, waarvan Aan den Bosch vijver uit de bundel Tussch en Tijd en Eeuwigheid misschien wel het mooiste is. Henriëtte heeft verteld dat dit gedicht is ontstaan bij de vijver, die zij als zwembad gebruikte.
Vélo
Utilisateur